01 juli 2022 

Levenslang in de wachtkamer?

Dat onteigening en plannen van de overheid een flink negatieve impact op een gezin en haar toekomst kunnen hebben, maakte ik als onteigeningsadviseur onlangs weer mee. Dit gezin, een echtpaar met hun twee kinderen van twee en vier jaar, koopt rond 2004 hun droomwoning in het buitengebied. Ze wonen er met veel plezier. Dat verandert na twee jaar op slag.

De plaatselijke overheid licht het gezin in over de plannen om de dijk naast hun perceel te verleggen. Met de bedoeling om meer ruimte voor de rivier te creëren. Daardoor zal een flink deel van hun buitenterrein onteigend worden.

Maar ja. Plannen komen en onteigeningsplannen gaan. Twee jaar later, in 2008, is het gezin inmiddels uitgebreid met kind nummer drie. En ondertussen breidt de overheid ook haar plannen uit: niet alleen een deel van hun buitenperceel zal onteigend worden, het blijkt toch écht nodig dat nóg een flink deel van hun eigendom ingeleverd moet worden.

We maken weer een sprong in de tijd. Nog eens dertien (!) jaar later, in 2021 -- de kinderen zijn inmiddels tien, veertien en achttien jaar -- zijn er nog steeds wijzigingen in de plannen over de uitvoering en de impact daarvan op hun woning. De bewoners hebben geen idee waar ze aan toe zijn.

Al deze tijd staat, wat het wonen betreft, hun toekomst stil. Zullen ze nu wel of niet die aanpassing aan hun woning doen? Want stel je voor dat de onteigening plots doorgaat, dan is al het werk en de daarbij komende uitgave voor niets geweest.
Dan maar verhuizen? Geen mens die hun huidige woning wil kopen, zolang er geen duidelijkheid van de overheid komt. De enige duidelijkheid die de overheid geeft, is dat de onteigening ooit door zal gaan. Ooit.

Die voortdurende dreiging van onteigening hangt als een donkere wolk boven het gezin. Vind dan maar eens een manier om te genieten van je woning.
Door dit dossier wordt weer duidelijk wat mijn rol is: ik geef inzicht in de kansen en mogelijkheden. Dat je je leven niet stil moet zetten, maar dóór moet gaan. En de kosten en investeringen in de woning die je doet, die komen natuurlijk voor vergoeding in aanmerking.