Tien jaar terug kocht meneer de Vries een appartement. Om er de rest van zijn leven te blijven wonen -- althans, dat was de bedoeling. Hij kocht het van de erfenis van vader; de lage maandlasten kon hij, ook met zijn bescheiden salaris, prima betalen. Er was zelfs nog ruimte voor vakantie en uitgaan.
Het plan van de gemeente om een nieuwe weg aan te leggen kwam volledig uit de lucht gevallen. Voor deze weg moet het appartementencomplex wijken - meneer moet zijn huis uit, hij wordt onteigend.
Bij een eerste oriëntatie op de woningmarkt ontdekt hij met een enorme schok: zonder bijfinanciering zal hij geen enkel betaalbaar huis kunnen vinden. En die financiering is het probleem, want zijn inkomen is daarvoor niet voldoende.
De onteigening levert meneer de Vries een hoop stress en spanning op. Waar moet hij dan naartoe? Maar dat niet alleen; hoe moet hij zich gedragen op een steeds wildere woningmarkt? In deze markt staat de koper altijd achter in de rij, met 40 kijkers en bieders voor je. Het zoeken is een heidens karwei, bezichtigingen kosten vele uren en vrije dagen.
Meneer heeft het vooruitzicht van een bijna kansloze zoektocht naar een nieuwe woning, met de hete adem in de nek van de dreigende onteigening. Dubbel stress en hartstikke klem.
Als onteigeningsadviseur is het mijn taak om deze situatie van stijgende huizenprijzen te betrekken in de onderhandelingen. Het kán eenvoudigweg niet zo zijn dat meneer na de onteigening achterblijft met groot financieel nadeel.
Het vergt ervaring, veel rust, overleg en onderhandelingskracht om in deze woningmarkt dit soort onteigeningsdossiers tot een goed einde te brengen.